Dropplant




Het geslacht dropplant (ook wel anijsnetel od anijsplant) bestaat uit zo'n 21 soorten met een oorsprong van het oosten van Azië (slechts één soort) tot aan het midden van Amerika (i.c. Centraal Mexico). Daarnaast bestaan er meerdere cultivars. Diverse soorten en cultivars lijken veel op elkaar.
Agastache betekent ‘met veel aren’. De bloemkleuren op die aren kunnen variëren van geel, wit, blauwpaars, lila, roze tot rood. Deze bloeit van Juni tot September, oorspronkelijk met paars-violette bloemen.
De dropplantsoorten zijn allemaal kruidachtige overblijvende (maar vaak niet langlevende) planten waarvan de bladeren veel op die van het bergamotkruid lijken, maar naar drop ruiken en naar anijs smaken. De dropplant moeten niet worden verward met de zoethoutplant (Glycyrrhiza glabra) die daadwerkelijk wordt gebruikt om er drop mee te maken.
Ondanks dat de individuele dropplanten meestal geen lang leven zijn beschoren weten verschillende soorten zich via uitzaaien goed te handhaven. Tenminste, als de kleine dropplantjes niet worden gewied omdat ze op jonge brandnetels lijken. Ruik voor verwijderen even aan de blaadjes!

Gebruik:
De Apache-Indianen gebruiken deze plant als medicijn, o.a. bij hoest, koorts en diarree. De zachte en naar Anijs smakende bladeren worden fijn-versneden gebruikt als aromatische smaakmaker in salades. De bladeren zijn ook zeer geschikt voor heerlijke en heilzame Munt- en kruidenthee.
Je oogst blaadjes wanneer je wilt, mits de planten groot genoeg zijn en er altijd wat blaadjes over blijven om voor nieuwe groei te zorgen. Pluk de blaadjes vooral van diverse plekjes wat lager uit de planten zodat ze er niet kaal uit gaat zien, want een volle dropplant in bloei is erg mooi. Pluk de blaadjes of bloempjes zo kort mogelijk voor je ze in de keuken wilt gebruiken.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Blauwe bosbes, bosbes en rode bosbes.

Brave Hendrik