Dwergkwee
De Japanse sierkwee (Chaenomeles), ook wel dwergkwee of
kweeappel genoemd, is niet alleen in vele tuinen aanwezig, maar ook vaak in het
openbaar groen. Daar zijn goede redenen voor: de struik groeit op alle gronden
(ook al is een humeuze zandgrond het beste), in zon of halfschaduw, hoeft niet
ingewikkeld gesnoeid te worden en heeft een opvallende, rijke bloei vroeg in
het jaar - maart/april. In de herfst komen er ook nog eens lekker geurende
eetbare vruchten op.
Het betreft hier een ander geslacht dan de “echte” kweepeer
(Cydonia oblonga), maar de vruchten van deze twee heesters lijken veel op
elkaar. De vruchten van de sierkwee zijn een stuk kleiner, maar net zoals bij
de echte
Kweeperen behoren net als veel andere eetbare vruchten zoals
aardbei, peer en appel tot de rozenfamilie. Deze zeldzame cultivar uit Japan
stamt uit het Edo tijdperk (1603-1868) en is geliefd voor bonsai vanwege zijn
opzichtige bloei en onregelmatige groei. In zijn natuurlijke vorm is het een
bladverliezende, slordig groeiende struik tot 2,5 m hoog en 3 m breed. De
takken zijn bezet met 2-3 cm lange stekels. De bloemen zijn semi-dubbel en
geelachtig groen van kleur en zijn al vroeg in het voorjaar, voordat het blad
van de struik volledig is uitgelopen, goed zichtbaar. In het najaar zijn de
heerlijk geurende, eetbare kweeperen te plukken. De vruchten zijn hard en niet
rauw te eten, ze moeten eerst gekookt worden. Door het hoge pectinegehalte zijn
ze goed geschikt om gelei van te maken.
Reacties
Een reactie posten