Duindoorn




Duingebieden van Noord-Oost Europa alsook op steile kiezelgronden in de Alpen en in de mediterrane kustgebieden.
Oorspronkelijk komt de Duindoorn uit Centraal Azië en verbreide zich via land- en zeeweg naar onze streken. De struik komt massaal in het wild voor in China, Mongolië en een deel van Tibet en India, bovendien zijn hier uitgestrekte plantages te vinden. Een gordel van Duindoornstruiken strekt zich van Centraal Azie over Scandinavië tot aan de Noord- en Oostzeekusten.
Duindoorn kenmerkt zich vooral door de kleine, oranje bessen en dikke stekels. Je vindt deze bladverliezende struik vooral in de duingebieden van onze kust. Hij wordt tot circa vier meter hoog. De bladeren zijn langwerpig met een gave rand en de bovenkant van de bladeren is zilverachtig groen. De struik bloeit in april/mei en de bloemen zijn klein en groen en groeien bijna direct op de takken. De bessen kan je oogsten vanaf augustus tot eind winter.

Gebruik:
Duindoorn bessen bevatten vitaminen B en C. Ze bevatten ook appelzuur, caroteen, vette olie, mineralen, ijzer en andere stoffen.
In de geneeskunde het duindoorn sap is aangewezen bij vitaminetekort.
Duindoornbessen gelden in de volksgeneeskunde als een oeroud krachtig heelmiddel tegen voorjaarsmoeheid, gebrek aan eetlust, bloedend tandvlees, etterende wonden, verbrandingen en maagzweren.
Uit de verse vruchten wordt het buitengewoon vitaminerijke duindoornsap gewonnen, een ondersteunend middel bij verkoudheid en met koorts gepaard gaande aandoeningen.
Uit de zaden kan een vette olie worden gewonnen die in de Russische geneeskunde gebruikt wordt bij chronische huidaandoeningen en acne en die wegens zijn antibacteriële effect gebruikt wordt bij de behandeling van wonden. Een uit het vruchtvlees gewonnen olie zou helpen bij huidaandoeningen als gevolg van straling.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Blauwe bosbes, bosbes en rode bosbes.

Dropplant

Brave Hendrik